Ik geniet van de zon in het park
en probeer niet te denken aan
diezelfde zon, die kinderen
over de hele wereld uitdroogt, hun
lippen doet barsten en ze doet
knappen als een
grauwe ballon.
Lou Reed zingt voor mij:
‘Who loves the sun?’ terwijl ik
niet probeer te denken aan de
hel van dorst en honger en
hoeveel wij hebben en
hoe weinig zij.
‘Who loves te sun?’
Vroeger dacht men dat de zon
het hellevuur was, maar nu weten we
-dankzij de wetenschap-
dat het een dwergplaneet is,
die nog steeds mensen
van de dorst doet sterven.
over de hele wereld.
Een vrouw smeert zonnebrand op haar arm.
‘Who loves the sun?’
Twee kinderen trappen tegen een bal.
‘Who loves the sun?’
Ik probeer niet te denken aan…
‘Who loves te sun?’
en antwoord: ‘Not just anyone.’