ze draait
en draait
en draait nog een keer
hoe ze ook kijkt
haar spiegelbeeld lacht haar uit
luid
en duidelijk:
die reet
die reet
die veel te dikke reet
je reet is te dik
te groot
je reet past niet in die jurk
die jurk
die jurk
die prachtige jurk
al zo vaak gepakt
gepast
en terug gehangen
haar hand
haar hand
gaat weer naar de rits
tranen wellen op
zijn hand
zijn lieve hand
houdt haar hand tegen
fluistert zachtjes in haar oor
je reet
je reet
ik heb je dikke reet zo lief
ik zie
ik zie wat jij niet ziet
die jurk mag blij zijn
ik heb je lief
(en je reet)