in nevelig drasland en
schimmige vlakte raakte jij
roerloos bevroren
herinnering gebarsten glas
schittering vals snijdend
schraal bitter in
stekende scherven
je hebt geen idee
er zijn geen woorden in
zuurstofloze leegte
weet je nog van het bittergroen
zacht verkruimeld tussen je vingers
poederig zonlicht in liefteer geel
weet je nog van het blauw voordat
zomer uitbarst in herfst
van gevangen zon in
glasdunne schubben en
van geloken licht in
transparant goudgroen
nu laat jouw vergeten aarde
slingergroen vergaan in
wazig beeld met korrelig zand en
strekken we ons verder uit
in woordloze ruimte
jij in trage cirkels