U bent hier

Na de laatste oorlog

Het was de mensheid dan eindelijk gelukt
De wereld was helemaal kapot
Al het etenswaar reeds lang geplukt
Enkel ziekte was er in overschot
De rivieren waren uitgedroogd
De velden vruchteloos
De zeespiegel zo verhoogd
Het egoïsme grenzeloos
Tijdens de laatste oorlog had men niet getreuzeld
De bronnen vergiftigd, de bossen afgebrand
Mens en dier hadden elkander opgepeuzeld
Hun skeletten de enige restant

De aarde slaakte een diepe zucht
‘Ik leef nog,’ besefte ze, ‘even dacht ik het niet te halen’
Ze inhaleerde de avondlucht
En keek naar de laatste zonnestralen
‘Mijn kinderen konden niet samenleven
Niet met elkaar, met mij evenmin
Ik heb ze alles dat ik had gegeven
Als laatste een eind aan hun waanzin’

De wind raasde voort
De zee begon een nieuwe zang
Een hele poos verstreek
Geen wezen kan weten hoelang
De stilte was oorverdovend,
Ondraaglijk in het warme zand
De aarde rustte zachtjes,
Een onveranderlijk niemandsland.

© FictionbyJo, 2024