zo zal het zijn
over de grens
met je adem in
een
twee
drie
het schelle schreeuwen dempt
als zacht zilverlicht luchtkralen slingert
rond jouw weke hals en
zeepaardjes in de diepte fluisteren
naar het stompen en razen
in jouw borst
vier
vijf
zes
poetsvisjes wiegen de plooien van jouw huid
een garnaal krult zich in
de schelp van jouw oor
een zeepok naast je neus
waaiert haar vangnet uit
zeven
acht
negen
je ziet niet hoe glimwormen zweven
rond je voeteneinde
en kreeften knippen langs de waterlijn
dan daal je in
stil blauw
en alles is gezien