U bent hier

Utrechtse Straat

Nog eenmaal blikte hij achterom
in de namiddag voordat hij roekeloos scheef als
een komeet de straat inscheurde: vonken
spatten van het asfalt.

In de verte schitterde de zon op het dak
van het spiegelpaleis, meeuwen lichtten op boven de
Keizersgracht, meisjes fietsten traag
langs de Amstel.

Op de brug tussen Heren en Prinsen
hing hij stoned als een garnaal te hallucineren
tegen de haringkar: Amsterdams of
bij de staart pik.

Aan de bar van Krom liet hij nog eens
volgooien, bamzaaiend met maten voor één dag
en lonkend naar de dames van
vederlichte zeden.

Daverend reed hij langs knakenpaal
en de te jong gevallen boom onder historisch
glasgerinkel dwars door het Huis
van Volksvlijt.

Nog ligt de motor te ronken als
onze kruisridder bewusteloos wordt afgevoerd
op een brancard, iemand kegelt
er een fles achteraan.

© Bernard Lichtaard, 2018