Onder de hazelaar
Vond ik vandaag zo maar
Tussen verdorde blaren
En takjes die eens twijgen waren
Een schedeltje.
Misschien als prooi hierheen gebracht
Misschien hier op zijn dood gewacht;
Te groot om muis of rat te zijn
En veel te klein voor een konijn:
Een wezeltje?
Maar anderzijds, het was al dagen
Dat wij het diertje niet meer zagen
Dat vrolijk over 't grasveld liep
Als ieder ander dier al sliep:
Een egeltje.
Maar dit is wat er over blijft
En waar een dichter over schrijft:
Tussen verdorde blaren
En takjes die eens twijgen waren:
Een schedeltje.