Vier rechte hoeken en daartussen dit
Op rechte lijnen valt de nacht uiteen
In zinnen krabbelt de herinnering zich struikelend een weg
Langs grammatica en interpunctie heen
Wat is er over van die droom?
We mochten toen elkaar niet zien, droomde ik van jou?
Vier rechte hoeken en daartussen dit
Ik heb niet meer te bieden aan de inkt
En aan de pen die mijn vergeten woorden denkt te vinden
De droom schoot weg toen ik mijn ogen open deed
Het droeg een kapje voor de mond, dat weet ik nog.
Vier rechte hoeken en daartussen dit
Omkaderd door mijn kamer, schoot en benen
Niets weet ik zeker meer, ik schrijf de lijnen vol
Met doorgehaalde zin en ogenschijnlijke verbeteringen
Jij kwam soms sluipend in de nacht mijn raam voorbij
Vier rechte hoeken en daartussen dit
En nu geen plaats meer voor herinneringen
Een godsgeschenk, een duistere profetie?
Wat het ook was vloog uit door het gordijn
En zal er nooit meer zijn, niet in die vorm
Wij waren enkel nog online te vinden
Niet tussen deze hoeken op papier
Vier maal zo recht en lijnen graag bereid tot orde
Maar ver van hier droomt iemand anders vast hetzelfde en onthoudt
En worden beelden toevertrouwd tussen vier rechte hoeken
En dan leest men dit