Mijn geliefde
schrik niet
je stierf niet vanzelf
je leeft nog
al geloof je het zelf niet
Ik geef toe
ik drukte zwaar met mijn volle gewicht op je borstkas
mijn twee handen samen
(ik ben niet erg professioneel)
ik wou je borsten sparen
je adem ontsnapte
werd weer lucht
herbruikbaar, recycleerbaar, ieders bezit
Ze vonden nergens je lijk
al begroef ik jou vrij oppervlakkig
in mijn ziel
een handje aarde erover
een handvol vergetelheid
Nergens nog de tijd die mij een helpende hand reikte
alles was niks
het bleef
geen bacteriën die het aten en oprispingen kregen
geen ontbindingsreuk
Ik kreeg mezelf niet veroordeeld
de rechters – met hun heilige drieën – bezweken
hen ontbrak alle jurisprudentie
zie dit dus als een bekentenis
Maar de tijd is lui, grijpt niet in
ik dwaal
radeloos spuw ik mijn fopspeen
de pijp van mijn vader
mijn jonge moeder draagt het lichaam van mijn geliefde