U bent hier

Sonnet

De lucht?
Waar is de lucht?
Ik vind hem waar zij altijd was.

Het licht?
Hoe is het licht?
Precies zoals ik van de tijd, het jaar verwachten mag.

Ik kijk naar mijn gezicht, en zie dezelfde oren, ogen, neus,
maar niets waaruit verbazing spreekt of blijkt.
En alles gaat weer even routineus als ooit;
de tics, de zucht, het haar dat wijkt.

Hoe kan het dat,
terwijl echt alles in mijn hoofd compleet veranderd is,
dat voor nu tegen is,
de rede niet meer werkt,
alleen een brij van doel en nut en zin resteert,
ik nog alleen jou zie en hoor…

Hoe kan het dat de wereld dat niet merkt?

© Gijs Smit, 2019