U bent hier

Vers in de etalage

Gedichtendag,
En in de uitstalling van slagerij André,
Tussen de worsten en de ham,
Hangt er een levensgroot gedicht,
Toevallig van mijzelf.

Aan een mevrouw van onbestemde leeftijd
Die in de etalage kijkt,
Vraag ik: 'Hoe vindt u het?'

Ze kijkt mij angstig aan
Alsof ik het op haar,
Of nog veel erger,
Misschien wel op haar handtas heb gemunt.
'De ham, of wat?' vraagt ze argwanend.

'Nee, nee,' sus ik, 'nee, het gedicht.'

Ze haalt de schouders op en zegt:
'O dat? Dat stoort mij niet,'
En maakt zich uit de voeten.

En ik zak zwijgend van mijn zelf geschreven voetstuk.

© Marc van Caelenberg, 2004