U bent hier

Het kwade ons

Ziedend waren we die dag
zonder andere grond, wellicht, dan verveling.
Elkaar ongericht naar het leven staan
doodde onze tijd.

Elke aanleiding leende zich uitstekend
tot loos gevecht om overwicht;
elk argument uit snode bodem volstond.
We stelden geen vragen.
Antwoordden niet. We riepen.

Net zolang tot het ons
aan kwetsende woorden ontbrak
en we uitgeput, moe maar tevreden,
terugkeerden naar onze getrouwde,
vertrouwde, trouwe armen,
onszelf.

© Haro Waden, 2017