U bent hier

Vervaldatum

Je zegt me dat je me begrijpt als ik jou niet kan bevatten, dat een pakje
kefir over datum even zout smaakt als de tabbouleh van je moeder
en dat de bril op mijn ogen me goed doet, omdat ik details dan groter zie
en minder over kleine dingen val.

Je zegt me dat je in een uithoek van Antwerpen woont, ook al heeft een
stad geen hoeken maar dat je in een straat zonder eind misschien wel
voor het eerst jezelf tegenkomt. Dat de stapels post witte papieren met
zwarte letters zijn die niets betekenen, en dat wat belangrijk is geborgen
zit in een bruine envelop, al is het maar tijdelijk.

Je zegt me dat je moeder alleen nog maar bestaat in de vorm van een
skypegesprek, als een film die antwoordt en zegt wat je wil horen: dat
de bommen al een tijdje stil zijn en je familie goed praat over jou en
jouw Europese vriendin.

Je identiteitskaart zegt je land van herkomst vluchteling. Alsof je vanaf
je eerste levensadem voorbestemd was in geen land thuis te horen en
dat dat misschien zeer dicht bij de waarheid ligt. Dat je in het midden
van de nacht weleens leuzen van Hoessein citeert, zoals je ze geleerd
hebt in de lagere school, waar de waarde niet af te meten was aan een
blaadje papier maar aan littekens en vuistslagen – één voor elke broer.
Dat op de littekens geen vervaldatum staat maar op je identiteitskaart
wel, en dat het einde van die kaart wel eens het einde van jezelf kan
betekenen.

Je zegt me niet wat de Arabische zangers zingen, in die vreemde taal en
in tonen die tussen twee noten in liggen, iets over thuis en gemis, over
zoete thee die je moeder in de ochtend voor je zette, en de lamskop die
je deelde met je familie, hem met vingers van hetzelfde bord
verorberde, de smaak voor eeuwig op je lippen kleeft.

Je zegt me niet wat je ogen donker als duizend-en-één nacht hebben
gezien, en waar ze van hebben weggekeken. Dat een kinderhand onder
water verdween en de knallende echo’s van bommen. Dat ze dat laatste
stukje dat je van Allah in je had mee op de bodem hebben gesleurd, je
niet weet waar die handen heen gaan als de hel zich bovenop het water
bevindt.

Je zegt me niet welke stukjes van jezelf zijn vervallen. Dat de regels die
je nu hanteert nieuw zijn, het ooit anders was, en hoe het was om terug
te gaan naar onder de nul. Dat de tijd tikt en de angst om niet te mogen
blijven. Maar dat je dit jaar toch alvast een kerstboom wil.

© Karen, 2020