Die nacht toen iedereen naar bed was gegaan
maar jij niet en ik ook niet tegenover elkaar
later op mijn schoot je ene been links andere rechts
je glimlach om je lippen je blouse over je hoofd
en even later na het kussen
je lange nek benen je billen terwijl
je wegliep door de gang naar je kamer
die ik me ook herinner je geur kuiltjes in je wangen
je zwarte venushaartjes toen met je been nonchalant
over de leuning van je bureaustoel je kus
Ik heb je nu 20 jaar niet gezien
we hebben levens geleid en levens gecreëerd
schoenen en partners versleten
huizen bewoond en ik sprak of zag je nooit
maar over een klein half uur komt deze
op schema rijdende trein aan in het zuiden
het zuiden waar jij woont ik woon west
waar het altijd harder waait en men druk is
(hoor ik de rest?) (gaan we verder?) (dans je nog?)
Het is nu veel later dan net en ik en de trein
we rijden weer terug naar mijn huis en jij
jij bent getrouwd en staat nu voor de klas en ik wou
dat ik je leerling was
ik zou dan vooral nee toch alleen maar
heel veel naar je kijken