ik kijk naar de streepjeskat
zelfs hier voel ik zijn machtige adem
als een föhnwind
zijn flanken zuchtende tralies
ik denk een savanne onder zijn kussen
ontzield vlees tussen zijn klauwen
een poot als een vuist
om het luchtige niets
zo onzichtbaar is zijn verdriet
ik was nooit in afrika
maar een hart hoeft niet ver te reizen
om stuk te vallen en de ziel
is altijd veilig onder de arm
ik strek me naast hem uit
mijn tijger en ik, wij begrijpen elkaar
laat ze ons maar villen