U bent hier

De ontstoken vlam der liefde

Voor mij liggen de scherven die ooit een bonzend hart van liefde vormden,
Voor mij liggen de uitgesponnen woorden die de liefde voor jou beschreven,
In mij huist de herinnering van ons vervlogen seizoen,
dat als een zonnige lentemorgen de potentie van een ontluikende roos bezat.

Deze onverwachte dag zwiepte de storm van zich af,
als een onpasselijk kleed dat rond mijn lichaam vervlochten zat.
De opkomende zon straalde haar stromen op ons gelaat
En liet onze eerste glimlach voor elkaar verschijnen.

Door de geschiedenis van ons leven gevormd, durfde je toch de stap te wagen,
door het woelige dal der emoties,
waar de doorns zich aan onze pijn bleven voeden,
gaf jij jouw ziel aan mij te kennen,
drukten jouw lippen zich tegen de mijne,
alsof onze eenwording in de palm van onze Schepper gegrift stond.

Heel even vergaten we de zorgen van ons bestaan,
lieten we ons meevoeren met de zachte wind,
die zich door bloesems liet omhullen,
wiens kracht ons leek te vervullen.
In dat moment zag mijn verdwaalde blik het aanschijn van een zwevende prinses,
met goud gesponnen lokken, in een bloemenkleed gehuld.

Haar vlindervormige wenkbrauwen knipperden haar amandelvormige ogen open,
zoekend naar de oorsprong van deze vluchtige liefde,
die als een seizoen over ons heen trok
en voorzichtig haar passievolle gloed op ons liet neerdalen,
tijdens dat moment,
die enkele seconde,
waarbij de wereld met haar aardse genoegens,
niet langer van betekenis kon zijn.

Nu de scherven van mijn hart zich tot splinters vervormen,
Nu de passievolle gloed zich tot een vervlogen herinnering laat vernevelen,
blijf ik hopen dat die weggetikte seconde op de grote klok van het leven,
zich niet langer meester van mij blijft maken.

Dat ze in haar alomvattende goedheid nog eenmaal voor mij wil tikken,
zodat ze mijn gebroken hart,
het hart dat ooit door liefde werd voortgestuwd,
nog voor eens,
voor heel even,
wil bevrijden uit dit tranendal der troosteloze zielen.

© Robby De Letter, 2020