Mijn huis is klein maar gezellig.
In een hoek van de kamer brandt stil een openhaard.
Mijn huis is klein maar gezellig.
Alle tafels en stoelen zijn van mooi grof natuurhout.
Mijn huis is klein maar gezellig.
Op de bank ligt tevreden de hond te slapen.
Mijn huis is klein maar gezellig.
Minstens één muur in de kamer is woestijn geel.
Mijn huis is klein maar gezellig.
Het staat er vol met boekenkasten.
Mijn huis is klein maar gezellig.
Op een kastje staan beelden van Keltische goden die ik gaaf vind.
Mijn huis is klein maar gezellig.
Omdat het precies is wat ik altijd al wilde.
© Floor Teunissen, 2020