U bent hier

Toen wij waren

Weet je nog hoe wij vroeger,
bloemen als touwtjes aan elkaar knoopten,
de geur van madeliefjes onder de nagels kroop,
sporen van groen op de ellebogen van onze jas,
hoe wij tovenaars verzonnen, die ons naar andere werelden,
samen hiervandaan, dat we beroemd,
onze idolen in verleiding brachten,

twee handen op dezelfde buik,
twee hoofden bij elkaar,
vaten vol verzinsels,

onuitputbaar,

Weet je nog hoe wij vroeger,
ons onoverwinnelijk waanden, uiteindelijk,
door de volwassenheid werden ingehaald,
als een waas, maar niet door
de fysieke afstand, uit elkaar werden gedreven,

Konden we maar net als vroeger,
onze dromen aan elkaar rijgen,
ik de verhalen en jij de prentjes, samen,
de magie bevrijden die tussen ons is dichtgegroeid,
tot we weer begrijpen,
waarom we elkaar gevonden hadden,
waarom we gestopt zijn met zoeken,
zelfs bijna zijn verdwaald,
en dat we nooit meer, zoals vroeger,
zoals we toen waren,
jong zullen zijn.

© Karen, 2021