Wanneer een zachte wind haar haren streek
Gaf een laatste levensblik
De ogen van een duivelskind
De talloze gebeden weer
Ze zwaaide naar het morgenlicht
Haar afscheidslied allang gezongen
Tot nooit meer ziens mijn lieve vriend
Het ga je goed of wellicht niet
Angst dat had ze nooit gekend
Slechts weerzin voor hetgeen wat moest
Wonden gekerfd in haar gezicht
Vol wanhoop sust ze braaf haar leven koest
Met trotse blik op haar gezicht
En ogen op de horizon
Stroomden haar herinneringen
Het dal vol zonden tegemoet
Nog eenmaal keek ze naar de wereld
Slaakte vol smart een diepe zucht
Maar als ze zich wilt laten vallen
Voelt ze hoe haar hart ontvlucht
Het onomkeerbare uitstellend
Balanceert ze op de rand
Vol spijt en zorgen over later
Kijkend naar de overkant
Nog steeds staat ze daar te balanceren
Wetend dat het einde komt
Schenkt ze haar adem aan de vraag
Terwijl haar leven traag verstompt