U bent hier

Woensdagmiddag

's Morgens wringt het geduld
de staartdelingen zakken traag
slingeren een weg in mijn schrift
als de rivieren op de grote kaart

Wij waren voor geen gat te vangen
pasten slechts in één gareel
dat van de vrijheid
of de zelfgemaakte pijl
op een boog van wilgenhout
van een merel ergens, in oktober
boven het rijpe rood van vruchten
van kastanjes zoeken in het gras
onder lange pijpen aan de lijn

voor het meisje uit de klas
met zwart haar en lange benen
in het schemerdonker
voor mij, net als nu
grijs getint in het avondlicht

© Hans Puttenstein, 2002