U bent hier

Het spijt men niet

Haaks staat
tantes werkje op dit alles

zij zet de naald in het embleem, haalt om
en trekt haar kaken strak

oom zit bij het raam en kijkt er niet uit

er waait een wind van luchtverkeer
hier in het huis keert slechts de pollepel

de tijding staat in het portiek met lamme werktuigloze armen
stuit zoekend naar begrip op soda in het rek, wit porselein

met rood en wit is afgerasterd waar
klinkers zijn gelicht
beklonken
de bodem is gelegd in vloeibaar grijs

in het glas drijven de grondschuivers, drijven de kranen, stuurloos op het oppervlak
oom kijkt ernaar - neemt nog een slok

kelen worden vergeefs geraspt
want wat komen gaat weet wat komen gaat

dit huis
trots alles trots

een vracht laadt
het hor ruist
pantoffels onaangetrokken op het tapijt

het schuurt

alles schort

© Markiezin Marthe van Bronkhorst, 2017