U bent hier

Vluchtelingenlief

Ik kan niet omheen de vertelde verhalen,
het onrijpe verdriet, de pijn
die wordt verbeten, genegeerd,
onverteerd en rauw wordt opgevreten.
Hij heeft zijn moeder vijf jaar
niet gezien, niet aangeraakt of niet gestreeld,
niet de geur van haar parfum,
niet de shampoo in haar haren
niet de tajin of verse dolma
in zijn mond geproefd.
Hoe is dat dan,
om zijn vriendin te zijn? Van die jongen,
met die getaande huid, zoals
ze dat vandaag in de kranten schrijven.
Over de oorlog wordt gezwegen. Over de doden,
over het leven, over de littekens op zijn huid
en in zijn hoofd, de sporen worden
uitgeveegd, gedachten uitgedoofd.

Naar een tweede leven, met een tweede
kans, een tweede taal, een tweede verhaal,
en ik nog niet eens een half verhaal.
Wie ben ik dan,
naast iemand zo sterk, zo kordaat? Paraat
voor die nieuwe regels, die nieuwe taal,
dat nieuwe verhaal. En ik die gewoon,
daarnaast, sta.
Totdat ik wakker lig van zijn pijn, als
een wonde in mijn eigen brein, door een
verhaal - en dan niet eens mijn verhaal - waar ik
niet doorheen kan, waar ik niet om heen kan,
waar ik niet, nooit,
heen kan.

© Karen, 2021