In Zuid-Frankrijk speelt een meisje in het kleine kinderbad
Echter na een uurtje is ze het daar al best wel zat
Ze wilt graag duiken in ’t diepe, als een dolfijn zo onder water
Maar telkens houden haar ouders haar heel scherp in de gaten
Voor de zesde keer schreeuwt haar moeder nu: “Hé, ga eens terug!”
Opeens – een luid gedonder – boven in de lucht
Zwarte regenwolken blokkeren de warme zonnestralen
De badmeester rent op en neer om allen eruit te halen
In de avond drinken haar ouders onder de afkap nog wat wijn
Het meisje zit op haar bedje maar wat eenzaampjes te zijn
Dan trekt ze heel stil haar rode regenlaarsjes aan
Niemand hoort haar door de storm de caravan uit gaan
Haar vermissing wordt pas opgemerkt na de zesde lege fles
Ze schreeuwen heel de camping wakker, maar toch zonder succes
De volgende dag gaat de badmeester al heel vroeg uit z’n bed
Naast veel blaadjes vindt hij ook twee laarsjes in z’n net.