U bent hier

Guur weer

De wind haast zich door de straten
De wolken snellen naar hun thuis
In een winkelruit zie ik ons lopen
Met jou ben ik op weg naar huis.

De stoeptegels glimmen koud en nat
je kruipt zo dicht tegen mij aan,
dat ik de gure regen ben vergeten
’t is samen door de buien gaan.

Je koude hand zoekt in mijn mouw
Ik voel de rilling door je lijf
ik ben jouw beschutting in de kou
ik ben jouw warm dagverblijf.

Alsof we samen vliegen konden
Onder je sjaal beweeg je jouw gewicht
Je hebt je anker nu gevonden
met je natte haar in mijn gezicht.

De regen is mij zo goed gezind
en de zon blikt even in een plas
De eenvoud is voor wie bemint
de geur van jouw natte jas.

De stormwind drupt langs de ramen
Je vlucht naar mij toe voor het gespat
De regen is een zegen voor ons samen
Nu weet ik het, je bent mijn schat.

-------------------

Nu aarzelt de wind weer door de straten
De wolken zijn al lang weer thuis
Het is weer droog en ik loop mij zo verlaten
Ik loop hier maar zo ver van huis

Nu vallen herfstblaren als een loper
op de grond, waarover ik moet gaan
De wilde lucht is nu van koper
Ik loop slechts om niet stil te staan

De schittering is niet meer ontloken
In die oude half verdroogde plas
Mijn lijf is koud, mijn hart gebroken
Ik verkleum in mijn warme jas.

© Jan Willem Stolk, 2018