met haar oude
broze
lichte hand
plukt ze
voorzichtig
de resterende dagen
als blaadjes
van de laatste roos
mensen lopen af en aan
voorbij haar
kleine huisje
door hem gebouwd
met stenen
van een verleden toekomst
geluiden
stemmen
echoën na
in haar vermoeide hart
de poes bespint haar
zorgeloos
en pelst zich uit op haar bloemetjesschort
niets is nog lastig
alleen het wachten
alleen
de tik van de klok heeft geen respijt
plichtbewust
zet hij elke seconde opzij
tot alles is opgebruikt
ze vouwt haar breekbare handen
sluit haar vochtige ogen
ze dut weg
en droomt van haar prins
voor de allerlaatste keer
de poes rekt zich uit en miauwt