GRAS
metershoog
een wolk van stof
ze draafden opzij van de kudde
ze schoten de oude leidkoe af
ontreddering
ze stapelden de kadavers
ze aten alleen de tongen
de wind voerde de stank kilometers ver
regenboog van bloed
DE OUDE DICHTER
de bladeren van zijn gazon
blies hij met longen van staal
duivel en god was hij
blaffen deed hij in het land van de zingende honden
DE JONGE DICHTER
van de heuvel ben ik getuimeld
mijn zon produceert grenzeloze schaduw
wit en
zwart ben ik
afwisselend
dit is niet het land dat de dichter verhoopt
HIER
bij mijn huis
vluchten de duiven
grondscherend
voor de sperwer
mijn kleine vertwijfelde modderige land
Mijn kleine land, mijn grote land
land van vuur en modder
land van dromen
AMERIKA?