dagen stijgen, dagen dalen
al mijn landen zijn geladen
acht verkenners zijn ophanden
zacht in ochtend, zacht in avond
speels de vogels in de hoogte
speels een kattenwaan en doge
het pretpark van een gier
’t komt wel niet zo ver als hier
ze leren ballistiek op school
een rode knop, een grijze muis
maar als Brussel getroffen wordt
vergeet ik alles
jouw gelaat, mijn mooie ogen
heerlijk meesterlijk, maar kuis
wat jammer, een ware zonde
je moet kunnen willen doen alsof
je bent een boodschapper
schild met deuken erin
een luis in mijn pels
een peulenschil, niets te verbergen
een bord havermout
omdat het toch allemaal ophoudt