U bent hier

Superioriteit

Kronkelend aan het draaien op z’n rug in het zand.
Ligt een tor te spartelen die zichzelf niet redden kan.

Ik aanschouw het tafereel minzaam vanaf een afstand.
De natuurlijke elementen houden het insect in de ban.

Vanuit de hoogte kijk ik lijdzaam toe en geniet ik stil.
Wat als ik hem een handje help? Wat als ik dat niet wil?

Ik kan hem van zijn rug op zijn pootjes draaien, denk ik kil.
Dan vervolgt die zijn levenspad en bespaar ik hem een eind gil.

Of ik vertrap hem. En verlos hem uit zijn lijden. Zonder enig geschil.
Die absolute macht en superioriteit geven mij een diepgaande thrill.

Nietigheid van het kleine. En waarachtigheid van het fijne. Dat is waar ik aan til.
Elke subtiele handeling. In welke richting dan ook. Het maakt een immens verschil.

Ik kiés om niets te doen. De natuur zijn werk te laten doen. Ik ben zowaar geen God.
Ik kijk vol verwondering toe. Hoe de tor zich opricht. En zich onttrekt aan zijn lot.

© R.B. Adriaensen, 2021