Toen mijn hart nog van glas was
was het breekbaar
en maar één mocht het raken
Glad is glas
het ontglipte de hand
en lag in scherven
Met bloedende vingers
en rubbercementlijm
kitte ik mij weer heel
Voor de volgende
waren er stroeve naden
dat was niet genoeg
Opnieuw zocht ik scherven
deze keer kleiner
en kitte mij bij elkaar
Steeds weer kitten
de scherven kleiner
en minder scherp
Nu – veertig jaar later –
valt het soms nog
maar het stuitert weer op
Hoger en hoger
een vrije vogel
die wel nestelt bij mijn lief
Maar roekeloos rakelings
stuitert het
de wereld rond
Van hot naar her
de lijnen
van mijn web
Ook jij mag het raken
en jij
en jij
maar altijd stuitert het
weer terug
naar mij.