Omheen mij strekt het wijde Zeeuwse land.
De akkers zijn gekleurd door gladiolen.
Middagstilte houdt de polder in de hand;
een boerenhof ligt tussen groen verscholen.
Zacht stuift de wind wat zand tegen de schuur.
Rozenperken bloeien rond het huis
daarachter. Aan het oog onttrokken door een muur
staat een manshoog steigerhouten kruis.
Aan de dwarsbalk hangt het karkas van een veulen.
Ingewanden wiegen zachtjes heen en weer
en druppen bloed in drooggevallen geulen.
Schuchter strijkt een jonge vogel neer op gras
dat is vertrapt door woest dansende beulen.
Ze draait haar kopje en fluit voor de eerste keer.
© Michiel Bakker, 2019