U bent hier

Een dagje uit

In de trein tel ik de bellende mensen
Ik bekijk hun gezichten en hun woorden
terwijl die zich ontvouwen
‘s Ochtends had een vrouw op straat
me een goede morgen gewenst

Op het perron keek ik nerveus uit het raam
van de koffiekraam waarnaar
Het koffiemeisje lachte en mij zei
dat de koffie op tijd zou zijn

Vandaag ben ik in de stad als thuis
Vanavond word ik beroofd op straat door een boze man
met een moeilijk verhaal die ik nooit zal kennen
Ik zal struikelen en mijn polsen breken
Ik zal kruipen nadat ik niet meer kan rennen
Vooralsnog in mijn huis deze stad
na een groet en een lach, mijn thuis mijn stad

© M. Blauw, 2018