U bent hier

De zon, de maan en de aarde

Ze straalt zo zacht in de nacht.
Zolang de zon naar haar lacht.
En de aarde er niet tussen zit.

Haar huid reflecteert al het licht.
Alles straalt in haar aangezicht.
Altijd meedansend langs je zijde.
Als je haar niet negeert tijdens de rit.
En het wereldse er niet tussen zit.

Soms staan ze eventjes oog aan oog.
Samen aan de horizon. Laag en hoog.
Bij het ontwaken en het slapen gaan.
Twee geliefden. De zon en de maan.

Haar aantrekkingskracht ontwricht.
Ze toont de zon diens eigen gezicht.
Zolang de duisternis er niet tussen zit.

Ze beweegt ‘t tij en ontroert de zee.
Ze laat de aarde draaien om z’n as.
Ze bepaalt de tijd en de seizoenen.
Zolang de kosmos haar nog mag.

© R.B. Adriaensen, 2021