Ze kan de zon niet meer zien
noch de maan en de sterren
terwijl steeds verder in herinneringen
het schouwspel ervan speelt
en klein, kleiner wordt haar wereld
terwijl de dagen zich ontpoppen
tot een nooit ophoudende nacht
haar bed is eigenlijk de woning
waarin zij zich nog veilig voelt
diep onder het dekbed
ver van alsmaar moeten en
eeuwig zeuren om haar heen
het liefst nog maar alleen
met wie zal het zeggen welke dromen
over wie zij eens was en hoe het was
toen ooit het licht nog voor haar scheen
diep, dieper onder het dekbed