U bent hier

Scheefgelopen schoenen

Ik merk haar niet
met al mijn ogen
Ze is onzichtbaar, zoals een gevel een boom een auto
Ik groet haar niet, net zoals je een lantaarnpaal niet groet
Ze loopt voor me, niet in mijn blik

Ik wil oversteken
Ze loopt me voor de voeten Hé, pas op!

In een stad
die langer leeft dan zijn mensen
daar was ze weer, ook ik
een paar seconden
wij, niet in mekaar verstrengeld,
al lang niet meer

De dagen keren
nemen je niet mee terug
alleen haar ogen zijn gebleven
de diamant is niet gesleten

Onze tijd, te kort voor een verhaal
(getrouwd, job, kind, wat niet alles: een knobbeltje en chemo, pijn?)
Onze liefde is nooit tot haat verzuurd

Een nietig moment met daarin gevat een heel leven
als een wezentje in een druppel amber
Het was beter
als je kon herbeginnen van het eind naar het begin

In haar word ik opeens oud
alleen de kleur van haar ogen
De rest?
als een zieke vis in donker water treurnis?

Zo gaat dat
de stad is oud
de wegen splitsen zich dood
Ik werp een blik achterom:
scheefgelopen schoenen

© Eric Deprez, 2022