U bent hier

Water en vuur

Aan de oevers van het stille water.
Woedt een verwarmend vuur.
De regen doet de waterspiegel langzaam stijgen.
Op het late uur.

Het vuur vlamt verleidelijk en danst.
Totdat het naar adem snakte.
Een simultane paringsdans.
Op de grond en het wateroppervlakte.

De regenbui laat de waterspiegel meedansen.
En de oevers overspoelen.
Het water kruipt langzaam nader.
En wil de warmte van het vuur voelen.

Het vuur kijkt toe en verlangt ernaar.
Om het water te mogen ontmoeten.
Maar water en vuur gaan niet samen.
En stoten elkaar af bij het begroeten.

De prijs die ze moeten betalen.
Voor hun innige omhelzing.
Zullen ze beboeten.

Het vuur dooft.
Het water verdampt.
De stoom trekt op.
Zo zou het moeten.

Dan laait de storm vurig op.
Het onweer doorklieft de hemel.
En de dageraad.

De bliksem slaat in op ’t zwerfhout.
Aan de waterkant.
En doet dit niet bedaard.

‘t Hemelvuur weet raad.
En start in de stromende regen.
Een nieuwe vuurhaard.

Het vuur hervat haar zwoele dans.
Zo krijgt dit liefdesverhaal.
Alsnog een staart.

De regen stopt en het water zakt.
Het vuur trekt aan en laait op bij elke zucht.

Het vuur toont weer haar gezicht.
Op ‘t grensvlak tussen het water en de lucht.

Het paringsritueel en de waterspiegel flikkeren opnieuw.
Tezamen in ‘t laatste avondlicht.

De morgenstond treedt langzaam in.
En aurora drijft de duisternis uit het zicht.

Water en vuur zoeken elkaar nog eenmaal op.
Tijdens hun allerlaatste avonduur.

Naïef en passievol. Intens en puur.
Hebben ze nou niets geleerd van hun vorige avontuur?

© R.B. Adriaensen, 2021