U bent hier

Vrimibo

Hij flost zijn tanden en dost zich uit want ook vandaag kan het zo zijn
dat zij uit haar cabriolet stapt, zich in een stoel nestelt en naar hem lacht als hij
binnenkomt met zijn pochet recht en zijn rechterhand nonchalant in zijn broekzak.

Hij heeft gewerkt aan zijn glimlach. Hij heeft gemerkt dat hij zijn tanden moet ontbloten.
Hij wenkt de ober. Ondanks al het hedendaagse wil zij, net als hijzelf, iets alcoholisch.
Het wordt wijn en dan hoeft hij alleen nog te wachten tot hun tongen los genoeg zijn
om het over iets anders dan werk te hebben.

© Beppe Treize , 2019