Een groene en een bruine vlieg vermeien
Op de tafel naast mijn schoot
Soms op mijn blote been of tenen
En ik drink koffie
Een vuilniswagen met klagende sirene
Doet mij een verte beseffen
Die ik zien, voelen
En ook niet doorgronden kan
Ik vergeet alles.
Tijd om me weer op de liefde te storten
Nog één keer vullen dat leeg
Wanhopig ongewassen kopje
In de verte lonkt die sirene
En kiepert zo mijn verhaal in de schoot
Mijn hand trilt als een inktvis, zielig ringloze armen
t Is tijd voor vrienden denk ik zo
Die mij vertroosten voor de toekomst me vindt
Lachen en roken
Ringen en vragen
Sigaretten.