januari zou een kleur moeten zijn
want alles is donkere wolken en
druppels op ruiten van treinen die
schommelen als liefdesverdriet
hier, geen clichés, daar worden de
oevers van rivieren niet minder
modderig van en liedjes
niet minder pijnlijk en de lucht
niet minder februari niemand
kan dit van je af aaien
dus vogel wat, met wie dan ook
vogel de laarzen en dikke sokken
en een muts over je oren getrokken
dwars door dit tomeloos
grijs geboren worden
en wrijf je wangen weer zacht