Wie was ik toen de houten vloer werd betreden, toen de houten vloer werd betreden onder een onmetelijke koepel, met mensen als schaduwen als muren. Wie was ik toen de jassen, toen de zwarte jassen werden afgelegd, werden afgelegd op een berg van ademend linnen. Wie was ik toen de handen zich verplaatsten. Toen de handen zich verplaatsten en ik schaduwbehang, mensen als schaduwbehang zag bewegen. We bewogen zo, bewogen zo dat we er niet toe deden. Dat het elkaar zien er niet toe deed. Dat het weten waar de ander, dat het weten waar de ander dat dat het was. Langs de muur gezeten of ook zonder jas. Het in het midden zijn zonder jas. Het samen in het midden zijn zonder jas. Het in het midden zijn, samen, in het midden zijn zonder jas. In het midden bewegen, het in het midden bewegen, het samen in het midden bewegen zonder jas. Op muziek. Bidden. Het samen in het midden bidden, het samen in het midden op muziek. Bidden. Samen. Samen bidden. Jij met je handen op je buik net boven je heupen. Wij samen in het midden zonder jas, met onze handen op onze buik net boven onze heupen in gebed. In het midden. Op een houten vloer. Onder een koepel. In het midden. Mijn voet plat op de vloer. Wie was ik toen ik niet mijn voet plat op de vloer had. En mijn jas nog droeg. En jij je jas nog droeg. En wij onze jassen en wij aan kwamen lopen en de vloer betraden en aflegden en de muziek. Nu jij met je voet op de vloer in het midden. Nu jij met je hoofd wat opzij, nu wij samen in het midden zonder jas en wij met onze hoofden wat opzij. En de armen gekruist in gebed. Samen. In het midden. Samen. Bidden. Wij. Samen bidden. De armen gekruist en jij met je hoofd wat opzij spreidde je armen en bewoog naar de koepel draaide één hand in gebed op de vloer. In het midden. Als een bloemblad. Wie was ik toen ik dat bloemblad, toen ik zelf dat bloemblad toen ik bad in het midden van de vloer. Samen. Als ademend linnen draaide op de wind. Draaide als jouw hand naar de koepel, draaide alsof ik er niet toe deed in gebed met jou. Alsof bloemen niet in de wind alsof ik niet een bloem en jij niet in gebed alsof wij niet samen in het midden bidden op een houten vloer. Alsof ik niet wie ik was.
U bent hier
Recente inzendingen
Het beste van voorheen
Gebruikerslogin
Wedstrijdinformatie
De inzendtermijn voor de 23ste editie van de Schrijverspodiumprijs loopt van 18/05/2024 t/m 11/12/2024. Gedichten beoordelen kan echter tot en met 20/12/2024 16.00 uur, waarna de uitslag diezelfde avond al bekend wordt gemaakt. De prijzenpot heeft een totale waarde van €300,- en wordt verdeeld over vier prijzen waarvan er drie democratisch tot stand komen en de vierde door de redactie van deze dichtwedstrijd worden bepaald. De democratisch bepaalde 1ste, 2e en 3e prijs bedragen respectievelijk €100,-, €75,- en €25,-, terwijl door de redactie op basis van alle door een auteur ingezonden gedichten (minimaal drie) ook een alternatieve prijswinnaar wordt gekozen, die daarmee €100,- verdient.
In het kort zijn de voorwaarden als volgt:
- Maximaal 9 gedichten per deelnemer
- Elk gedicht moet hoofdzakelijk Nederlandstalig zijn
- Ingezonden gedichten mogen niet:
- voor een eerdere editie zijn ingestuurd
- eerder bekroond zijn met een prijs
- door een uitgever zijn gepubliceerd - Inschrijfgeld per gedicht: €3,-
Klik hier voor meer informatie.
Unversum Acausalis
Voor bezoekers van Het Schrijverspodium publiceert IJsbrand Leegwater hier zijn dichtbundel Unversum Acausalis, een ongekende existentiële filosofie verhuld in vijftien hermetische gedichten van vijftien ongeveer even lange regels. Een rode pil voor een goed verstaander.