Jakkerende woorden
vallen over
je
aan diggelen
berispelijk
in kletterende letters
De Z, de I, de N-zovoort
verhaspelen voorbij
De letters
worden strepen, rondjes, puntjes
worden spelbrekende scherven
worden hagelstenen
Speldenprikken
storten
uit de hoogte
onheilspellend
op je hoofd, je neus, je kin
je oren in
niets kun je horen
Niets heb je in te brengen
tegen dromen die voorspellen
Wispelturig word je wakker
ijzig douchend
in die wolk van stekeldraad
Opnieuw voel je je onvoorspelbaar stom