geven we weg
totdat het nergens uit bestaat
dan het verlaten. Collageen,
bindweefsel,
zelfs onszelf,
de ligamenten in deze waardeloze vaste vormen.
Van het kraakbeen tot aan de liefde toe,
dat wat ons bond
onder dit ingekapseld hart van ons.
Hoe veel ton aan materie
hebben wij inmiddels gelost?
Hoeveel
van het verlies verloren?
Onze geesten waren zo gezwollen, onze harten
zo overvol
van alle opgekropte liefde
dat we niet geslonken zijn
tot we alleen nog kleine plukjes
stukjes waren, nee. We verzakten,
noch verschrompelden.
We werden helium.
We stegen op.
We gaven het plafond de eigen kaders terug,
verlichtten
lucht,
de dichtheid om ons heen en drongen door
de dampkring tot we zweefden.
Nee, we krompen niet,
werden niet kleiner.
We stapten uit ons hele lichaam -
Gooiden het leeg.