U bent hier

Zij die....

Zij die huilen en huilden aan het graf der vergankelijkheid, zij zijn HET die ik betreur….

Zij die door het moraal zwoegend in het modder van de maatschappij werkTen en werken naar ons pensioen,
vergeten te leven tot de dag dat we onze laatste dagen leven,
om er dan achter te komen dat de taart allang is verdeeld of vergaan.    Armoede….

Vergeten en te laat om nog te eten strompelen ze alleen,
verlaten en overwerkt blij het graf in om hun lang verwachte rust eindelijk te nemen.
Niet wetend WAT ze al die tijd eigenlijk gedaan hebben, alleen bewust van hun prestatie op prestatie, overwinning op overwinning.
Gezin vergeten en verlaten....

Het enige logische van zo’n leven is dat men UITeindelijk verliest,
en beseft dat er GEfaalt is op de grootst mogelijke manier.

Het leven, te leven is iets wat omzeilbaar leek te zijn, Met de BELOFTE op later……

Maar als men er dan achter komt dat Stress, Spanning,
Prestatie en Overwinning een GIGANTISCHE tumor is van de westelijke cultuur.
En dat DEZE op de meest vreemde manier een weg heeft gevonden in je hoofd... Een bloem die zich ontluikt…. tot bloei komt, en zich als onkruid uitzaait WAT je er ook tegen onderneemt het heeft zich al geworteld.

En nu je weet dat je ziek bent, En nu ze weten dat je ziek bent, zal de dokter proberen.
De lieve, duivelse dokter, zal proberen, je leven op een treurige manier te verlengen, zodat je misschien dan nog
EVEN kan genieten van dat waar je altijd zo naar hebt verlangt.
Nu het moet,
TIJD om te leven,
maar dat zal een teleurstelling zijn, een treurige illusie, want men zal merken dat ziekte en leven niet samen gaan,
het leidt uiteindelijk naar een treurig graf, omdat zij die zo hebben bestaan, huilen om het graf die vergankelijkheid heet.

De belofte was illusie….

Ik zie de jeugdigen met hun grote echo’s; Schreeuwen, Gillen, Zingen en Staren naar de zee.
Denkend dat ze invloed hebben en sterker zijn als haar die met hun zal doen, wat ze wil,
omdat zij onze herkomst is, onze schepper, OERMOEDER. ……. …

Dit is niet wat ze zien, ik was daar ook.

Nu zie ik moeders geboren worden met hun kind, alle naïviteit uitgespoeld door HET zoute bijtende water.
Brandend in de vroege ochtend zon, VERvloeken sommigen van hen het wegwassen van de schellen van hun ogen.
As zwarte vlinders kleden haar in de loodzware mantel der realiteit.
Zij die het levenslicht zien, zullen tol moeten betalen.

Met veel geluk, slimheid, kracht, en een goede gids, WEET U, tegen de stroming van de zee moet je niet in zwemmen.
Dit is de enige kans om niet te verdrinken.
Zwoegend in de zee die samenleving heet, luisterend naar de predikers die alles beloven,
reiken vele naar erkenning, acceptatie en het genot van welbehagen.
Vechtend tegen de stroom in verdrinken zij in de illusie van dit bestaan.

O, moeders, ik begrijp u allen, de angst voor uw kind is groter dan voor u zelf.

De schellen stop ik in mijn broekzak, en ik haal er een zaadje uit….
Ik plant het in het droge hete strandzand en geef het duizend tranen van geluk en duizend tranen van verdriet.
Zoals vele moeders voor mij dat hebben gedaan……
Zij lieten zich toen dragen door alle lieve en sterke vaders.

Bevlogen als de luchten, smullen ze van de kussen.

En ik zie een meisje, een heel erg lief meisje, met een stralend gezicht als de zon.
Met een tong uit de mond, rood als bloed.
Met heel mooi wit haar als het strandzand.
En blauwe ogen als de lucht, en ik zeg:
O, zo heilig, heilig, heilig zijn zij die voor het eerst het levenslicht zien.
En de moeders die hen verwelkomen, zonder schellen voor de ogen, en de lieve sterke vaders die hen dragen.

Met HOOP als welkomstgeschenk...

© Vivien Nieuwenweg, 2019