Ik snap er niets van, nee!
Maar man, wat valt er niet te snappen?
Ik ben gewoon niet mee.
Ok, nog één keer voor we kappen.
Dus, nu dat is vandaag.
Vandaag is hier en nu.
Zeg, dat zei u toch al gisteren.
U bent discontinu!
Gisteren zei u morgen.
Nu zegt u vandaag.
Wat zal u morgen zeggen?
Dát is wat ik vraag.
Ok, dit zaakje is wat netelig,
Dus let nu erg goed op,
Ik zal het je vertellen.
Maar luister tot ik stop.
Gisteren was vandaag.
Morgen was toen nu.
Maar dat was gisteren ook zo,
Ik krijg een déja-vu!
Luister!
Nu wordt morgen gisteren.
Morgen schuift weer op.
De nu van nu wordt toen.
Al doende klimt men hogerop.
Dat kan u toch wel volgen?
Da’s toch niet zo moeilijk, nee?
Maar wanneer wordt morgen gisteren?
Niet voor een dag of twee.
Ok, ik denk dat ik het snap
Maar één zaak rest onklaar.
Vanaf wanneer is morgen?
Vraag me dat morgen maar.