U bent hier

Waken en wachten

Elektrische fietsen zoeven zonder spoor de straat
door van oma’s ouderdom met schimgeluiden
en beeldspraak op haar raam

Tussen wapperende lakens dacht ik haar postuur,
een porseleinen herinnering aan vroeger tijd

De bloesems van de beuk ontknopten uit het bruin toen
het maar geen voorjaar werd schreeuwden ze: ‘felgroen, knalrood’.

Elk afscheid heeft op zijn eigen manier iets triests en
geen koel meer werkt dan nog zoals brandzalf op een wond.

Zonen kwamen en zegen daas in haar zetels neer
namen een neut of twee, een enkele zelfs meer en

Verhaalden over hun moeders slakkenspoor
over haar jeugdig jaagpad der verdoemden

Dochters kwamen, zetten thee en kopjes neer, knipten
haar nagels en epileerden haar wenkbrauwharen

Met nog een natte washand over haar ver gezicht
daalden zij tranend af naar hun moeders levenslicht

Doven kon zij niet met alle kind’ren om haar heen
Door zuchtzin, met wat hulp stapt zij uiteindelijk vrij,
haar laatste donker in.

© Johanna, 2019