U bent hier

Voor de tanende dagen

Ooit als ik oud en grijs ben, valt voor mij de laatste nacht.
En laat ik jou achter in het donkere ongewisse.
Op een dag is mijn taak op deze aarde volbracht.
zal ik jou in tranen teleurstellen, omdat jij me moet missen.

Zoek me alsjeblieft niet onder dat blok graniet.
Ik ben niet meer dat vermoeide omhulsel wat jij van mij begroef.
Mijn ziel bewoont niet langer dat oude vaartuig wat ik achter liet.
In de elementen, is waar ik nu vertoef.

Zie mijn gedachtes dansen met de hommels om de lentebloemen.
Hoor mijn herinneringen zingen in het ritselen van het herfstblad.
Voel mij op de zomerweide, waar ik jouw naam fluisterend zal noemen.
En vindt mijn antwoorden in het winterse kreupelhout langs het bospad.

Ik ben nu slechts de bladeren nog die waaien in oktober.
de twinkeling in een plas na de voorjaarsregen.
het stof wat dwarrelt door de laatste zonnestraal van zomer.
De jagende sneeuw in jouw gezicht, fietsend over polderwegen.

Bedenk dat ik een stuk van mijn ziel in die van jouw heb gelaten.
Onthoudt mijn lessen en vergeet mijn tekortkomingen allermeest.
Eer mij en houdt mij levend door over mij te praten,
Maak van mij die perfecte persoon, die ik nooit ben geweest.

© Pim van Driel, 2017