Soms was het zichtbaar
Heel even
Schitterend als rijp in de ochtendzon
Het was de onzichtbare vorm
Die langzaam condenseerde
In de ziel der dingen
De woeste kracht
Van een scheppend vermogen
Dat leven heet
En ergens, tussen verleden en toekomst,
Mocht dat smelten
Wat bevroren was in een onvoltooid verleden tijd
Om weer te stromen
Te zuiveren
Ons herinnerend wat het betekent mild en vloeibaar te zijn
Want niets blijft hetzelfde
In de cirkel van tijd