opstaan voor de wekker gaat, doet geen mens
overpeinzen zal je
al die verticale minuten lang
stuk voor stuk voor tik voor tak
loopt de klok bergop
haar stappen zwaar te moede
haar verloop een last die moeizaam vordert
loodzwaar verstrijkt tussen de wijzers
woel jij ze door
op de top staat ze stil
kijkt ellenlang om zich heen
plant dan plots haar vlag – jouw alarm gaat
je springt uit bed
jij tandenpoetsend, na piekerend
holt zij voor je uit
neemt een loopje met je
snelt bergafwaarts
haalt je in
om de trein te halen – jouw trein