het lood zijn, tegelijk zand
geen vrouw, geen pijn
ik ben God's eenzame man
maar uiteindelijk bleek er in mij
man noch God te bekennen en ik er geen te kennen
je kunt alleen maar òf sneller gaan
dan een astronaut om deze sluimer te vergeten
òf achter de tralies van verzinsels
wegkwijnen, jezelf blijven slaan, het nog zuurder leren vreten
in hoogverraad van kwatrijnen vertoeven,
de coke versnijden, afgestompt om zo nog
harder de berg af te gaan en dan denken
dat je tijdens de val geluk wel tegenkomt
een klap is maar een slag
dus sla maar rechtsaf en nog eens
dan doe ik dat na linksaf ook
verpak je troeven, stop ze in ratio en rookgordijn,
opdat je zal verdwijnen
en het is niet dat ik niet huil soms, peins, het is niet
dat ik je ga vergeten of onze momenten niet vermis
maar alle zandkorrels zijn verstoven
en hoe vrij zij nu vliegen
in de openbaring dat verlies een zegen is