Het water is troebel van de nacht,
een vis slaapt in mij en wacht.
met kieuwen in mijn hoofd
die demonen inlaat.
Dieper
Daar waar mijn ogen verdonkeren
Is hier wel ruimte voor lucht?
mijn mond hapt diepe roerselen
ja, ja, ik laat ze wel los
ja, ja, ik kom wel boven,