U bent hier

Verboden zomerliefde

Er is geen liefde zo omstreden, geen relatie zo verdacht
als de witte sok die naarstig
naar een paar sandalen smacht

‘Dat is geen mode, mag niet wezen,’ hoorde de sok gestadig aan
tot hij op een dag in juli
in zulk schoeisel kwam te staan

Daar lag hij op een bed van kurken, door een stoere riem omarmd
en de sandaal hield van het zachte
wist zich innerlijk verwarmd

Samen liepen ze op stranden, renden baldadig of bedeesd
geen van beide kon begrijpen
zonder de ander te zijn geweest

Dagenlang mocht het verkeren, dagenlang scheen daar de zon
even leek het voor hen beide
dat het eeuwig duren kon

Maar dra hoorden ze de stemmen, alras kwam daar de kritiek
wat begon als een romance
neigde weldra naar tragiek

‘Kijk toch eens,’ spraken die stemmen, ‘wat een stumperd, hoe gestoord!’
‘Vast een doetje zonder liefde’
‘Of één van het andere soort!’

De witte sok werd snel verketterd, werd verbannen van het been
blootsvoets lopen was geen optie
en dus liep sandaal alleen

liep alleen en zonder warmte, zonder zachtheid, zonder vreugd
witte sokken in sandalen
mag alleen de prille jeugd

© Bart de Wolf, 2019